zondag 7 januari 2018

Zondag, 7 januari 2018

Zondag, 7 januari 2018: (Driekoningen)

Jezus zei: “Mijn volk, ik toon jullie deze klokken die luiden, net zoals in een van jullie liedjes. Het eerste gelui zijn de bellen van vreugde terwijl jullie lezen over de wijze mannen die Mij geschenken brengen van goud, wierook en mirre. Het tweede gelui van klokken is bij de kerk wanneer het mensen oproept om naar de zondagse mis te komen. Het is jammer voor die mensen die stopten met kerken op zondag bezoeken. Zij moeten wakker worden en luisteren naar de bellen en Mijn roep om terug te keren naar de kerk. Het derde gelui van klokken is voor de vreugde over jullie vrijheid in Amerika, en jullie vrijheid om Mij aan te bieden. Wees blij dat jullie niet vervolgd worden, zoals in atheïstische communistische landen. Het vierde gelui van klokken is het luiden voor Amerika vanwege al jullie abortussen, seksuele zonden en pornografie. Omdat jullie land zich niet bekeert of jullie godloze wetten veranderen, zal jullie Mijn gerechtigheid tegenkomen terwijl Ik mijn toorn van natuurlijke rampen over jullie breng als straf. Bekeer jullie zonden en bid voor jullie land om terug te keren naar Mijne wetten in plaats van de corrupte wetten der mensen.”

Jezus zei: “Mijn volk, jullie vieren mijn feestdag van Driekoningen en het aankomen van de wijze mannen met hun koninklijke geschenken van goud, wierook en mirre. Jullie kunnen Mij persoonlijke geschenken brengen en delen wat jullie hebben met de minder bedeelden. Jullie zien een visioen van een stoomlocomotief die vol op toer over het spoor rijdt. Dit stelt voor hoe Ik alle mijn getrouwen wil zien werken met grote ijver om zielen te bekeren. Aarzel niet, maar bid en werk om zielen te redden, vooral in jullie eigen families. Ook als mensen weigeren zich te bekeren, kunt u persistent voor hen bidden, en zij kunnen gered worden. Geef geen enkele ziel op, maar vertrouw Mij dat Ik jullie gebeden zal horen voor de moeilijkste gevallen. Het zijn de zielen die naar de hel gaan, die niemand hebben die voor hen bidt.”